Ongelijkheid en chaos maken al eeuwenlang deel uit van democratie
Hierbij het tweede deel van de bespreking van het boek “Adventures in Democracy” van Erica Benner. In dit deel wordt de geschiedenis van de democratie wereldwijd door de eeuwen heen besproken; van het klassieke Griekenland en het Romeinse rijk, tot de situatie in Hongarije in de 21e eeuw. Ook de rol van de vrouw of juist het ontbreken ervan wordt in dit deel besproken, want dat vrouwen niet als volwaardige mensen werden erkend speelde ook in het klassieke Griekenland.
Hoe kan in een maatschappelijke ravage toch een goedlopende democratie worden gevestigd?
Het kan in Zuid Afrika
Democratie is al eeuwen lang ook het gevolg van het permanente geschil tussen ongelijken over de ongelijkheid. Keer op keer lukte het niet om vrede te stichten en liep het geschil uit op chaos en geweld.
Voorbeeld: Het Florentijnse gildestelsel viel uiteen doordat rijke gildeleden de armere leden het gilde uit werkten. Benner leest bij Machiavelli dat het gewelddadig aflopen van het geschil in Florence een langdurige malaise inluidde waarin vernedering en onderdrukking aan de orde van de dag waren.
Een onbeantwoorde vraag is: Hoe krijg je het voor elkaar om op een maatschappelijke ravage toch nog een goed lopende democratie te vestigen?
Denk ook aan Zuid Afrika waar na afschaffing van de apartheid verwarring heerste en de onderlinge verschillen groot bleven. En toch lukt het om uit de chaos een democratie te vestigen.
Het kan in Oost Europa
We hoeven niet ver weg te gaan om de opbouw van een democratie te kunnen zien. Na het IJzeren Gordijn bloeiden in Oost Europa een variëteit aan democratieën op.
Neem Polen. In de negentiende en twintigste eeuw waren de grenzen van de buurlanden via landjepik herhaaldelijk verschoven. En na de beëindiging van de overheersing door Moskou namen het IMF en de Wereldbank de regie over de financiën en de economie over. Hoe vorm je onder dergelijke omstandigheden een democratische natie? De ontwikkeling verliep niet langs de standaard lijnen van de west Europese verwachtingen. Voor de bevolking was het duidelijk: Democratie brengt grotere ongelijkheid. Nieuwe rijken kwamen. Werkende Polen gingen er financieel vaak zwaar op achteruit. De gouden gloed van de “liberal democracy” was snel verdwenen.
Voor de Polen bood de communistische periode weinig mogelijkheden. Toch wist men wat en wie je persoonlijke vrijheid inperkten en welke eigen ruimte voorhanden was. Het land waarin de Polen toen leefde, bood geborgenheid in de status quo zoals de heersende christelijke moraal, onderlinge solidariteit en gemeenschapszin. De nieuwe liberale democratie bracht daarentegen egoïstisch materialisme.
Om de liberale democratie een halt toep roepen was een sterke man nodig. We weten inmiddels dat een sterke hand veelal leidt tot autocratie. In Polen is de autocratie grotendeels afgewend.
In Hongarije munt Orban het begrip “illiberal democracy” om zijn autocratie positief te labelen.
Machtsstrijd
Conclusie is: Wie zich in Oost Europa succesvol weet aan te sluiten op de wereldeconomie profiteert. Plaatselijke bedrijven die de internationale concurrentie niet meer aan kunnen, moeten sluiten en economische ongelijkheid groeit. Een gat tussen winnaars en verliezers. Benner concludeert dat een tekort aan gelijkwaardigheid (equality deficit) de identiteit van de bevolking bedreigt en de grip op eigen leven vermindert.
Vrij verkeer van kapitaal goederen en mensen betekent benadeling van hen die zichzelf niet als wereldburger zien maar worden opgesloten in hun streek, waar zij overigens vaak trots op zijn. Ideeën over kosmopolitisch leven, libertaire opvattingen komen te staan tegenover de traditionele, religieuze en nationale identiteit. De reactie daarop is: “Pak de macht weer terug”.
De kansen in de daarop volgende machtsstrijd keren voortdurend. De machtsstrijd stopt niet en zal er altijd zijn. De worstelingen om de beloftes bij de oprichting van de nieuwe natie herhalen zich. Het gaat daarbij niet alleen om verschil van (ideologisch) inzicht maar ook om wie de baas kan spelen.
Het blijft nodig om alert te zijn op groepen die zich in de worsteling de macht willen toe-eigenen, de democratie op een of andere manier af willen schaffen om uiteindelijk een autocratie te vestigen.
Het kan overal, als democratische waarden maar voorop staan
Wanneer het er in een democratie ruig aan toe gaat, over bijvoorbeeld immigratie of vrijheid van meningsuiting, dan moeten politici dat aan kunnen.
Politici kunnen politiek opvatten als een aanhoudend gevecht tussen groepen en individuen waarin de een wint en de andere verliest. Benner reageert volgens een ander patroon. Politiek is bedoeld om mensen in veiligheid en productiviteit te laten leven. Daarvoor is het nodig dat politici om kunnen gaan met van elkaars verschillende waarden, belangen en meningen en eigen machtsverlies kunnen accepteren. Dat betekent: Luisteren naar anderen en rekening houden met effecten op de lange termijn. Dus conflicten niet alleen op korte termijn en ad hoc basis oplossen maar ook de democratie zelf in stand houden. Dat betekent ook: Terughoudendheid is een democratische deugd.
Het gaat om het in stand houden van de (methode van de) democratie die er tenminste even veel toe doet als de doelen en waarden die men nastreeft. Benner is stellig: Zodra de democratische waarden verloren gaan, gaan de projecten die men had willen realiseren ook verloren, omdat de breedte van de steun verloren gaat, waarna de politiek zich in een andere en meestal tegenovergestelde richting ontwikkelt. Politiek mag zich niet beperken tot een partij touwtrekken waarbij de winnaar de prijs krijgt.
Moet een vrouw dan maar een baard omdoen?
Iedere groep is geneigd om haar eigen verhaal boven dat van anderen te stellen. Het is verleidelijk om te doen alsof je de kampioen van de ware waarden en politiek bent. Daarna kun je anderen buiten sluiten. De anderen, bijvoorbeeld immigranten of middenpartijen, staan op het tweede plan of zijn tenminste betreurenswaardig (deplorables). Door zich superieur te achten, vernauwt de blik. De groep sluit zich af van de buitenwereld en verkleint haar speelveld.
Democratie bestaat bij de gratie van onderlinge betrokkenheid van politici en politieke verenigingen bij elkaar. Het is onafwendbaar om betrokken te zijn bij anderen die standpunten innemen die je zelf misschien wel verafschuwt. Je kunt niet om de anderen heen, want zij bestaan echt en het zijn ook mensen en medeburgers. Wat komt daarbij kijken? Om te beginnen: Hoe zoek je een goede leider uit?
Een schaap met vijf poten bestaat niet. De belangrijkste eigenschap van een goede leider lijkt het vermogen om zich effectief aan te passen aan snel wisselende omstandigheden en verwachtingen. Wat gebeurt er wanneer de leider niet mee wil veranderen ?
Klassiek voorbeeld: In een van de oorlogen tussen Sparta en Athene haalde de Atheense leider Pericles – tegen de wil van zijn Atheners in – degenen die onder de Spartaanse aanvallen leden, de stad in met vee en al. Chaos, tekorten en ziekten braken in Athene uit. Een ander type leider had het waarschijnlijk anders opgelost.
Blind vertrouwen van de Atheners in hun leider was beschaamd. Pericles had zijn wensdenken de overhand gegeven op redelijke overwegingen en bekende feiten. Dit was wensdenken waar een leider op de korte termijn wel mee weg komt maar dat op de lange termijn verkeerd uitpakt.
Sommige dingen zijn nauwelijks veranderd
Benner concludeert dat het beter is om altijd kritisch en rationeel te blijven. Het blijft dan mogelijk om tijdig te kunnen constateren dat het “nu goed genoeg is”. Hierdoor kan aan leiders/bestuurders die zich bewezen hebben het nodige vertrouwen worden gegeven.
Beter is het om leiderschap zo te organiseren dat mensen met verschillend temperament en achtergrond met elkaar in evenwicht worden gebracht.
Dat klinkt mooi, maar: Hoe kwamen vrouwen aan de patriarchale tafels? In het oude Athene mochten alleen mannen naar het theater. Vrouwen deden een baard aan en zo konden ze toch de tribune op. Probleem opgelost door gelijkberechtiging af te meten aan uiterlijke kenmerken. Als een vrouw er maar als man uitzag. Toch wordt klassiek Athene ook vandaag de dag nog als een functionerende democratie beschouwd.
Het heeft lang geduurd voordat gelijkberechtiging zonder meer vanzelfsprekend was. Tot ver in de tijd van de Verlichting was het argument voor gelijkberechtiging van vrouwen gebaseerd op toebedeelde eigenschappen als zacht karakter, vredelievendheid etc. Een functioneel argument van iemand die een op samenwerking gerichte politicus zoekt, maar principieel is het niet, in de ogen van nu eerder discriminatoir.
Benner constateert dat voor het principe van gelijkberechtiging altijd gevochten zal worden. Een gevecht dat niet in vergaderzaaltjes en abstracties plaats vindt, maar in de praktijk van het dagelijks leven.
Geert Eggink