Op laatste partijcongres in Nieuwegein werd partijdemocratie opgeheven

Verantwoording van leden en verkozenen is kern van partijdemocratie
Ruim honderd jaar geleden werd het zwaar bevochten algemeen kiesrecht werkelijkheid. Sommige radicalen wilden zich geen parlementaire rol aanmeten en verlieten de SDAP. Voor de resterende leden, de parlementairen, was het zwoegen om inhoud te geven aan de nieuwe parlementaire democratie.
Om in de vergaderzalen goed mee te kunnen komen stond de kwaliteit van vertegenwoordiging in raden, staten en kamers voorop.
Maar het was ook weer niet gewenst dat vertegenwoordigers als baasjes, die meenden het beter te mogen weten, de boventoon gingen voeren.
Kortom men was beducht voor verzelfstandiging/loszingen van een bestuurlijke elite van partijbestuurders en volksvertegenwoordigers. Voor “voor u maar zonder u” was geen plaats.
Ook democratie (van onderop) was geen puberaal verzet tegen partijbonzen maar van levensbelang voor de eenheid van de SDAP en zijn vertegenwoordigers en bestuurders.

In 1938 was de waarde van democratie overduidelijk

Ook toen al hing als een donkere wolk de ijzeren wet van de oligarchisering van Michels hing boven de SDAP. Michels zegt: iedere organisatie ontwikkelt zich in de richting van een oligarchie, tenzij je daar het nodige aan doet.
De opgave voor de SDAP was ook honderd jaar geleden om zich tegen de wetmatigheid van Michel’s oligarchisering te verzetten.
Bonger stelt in zijn “Problemen der Democratie” dat het vooral gaat om kwaliteitseisen voor volksvertegenwoordigers en bestuurders, alsmede om een volwassen verantwoording van leden en verkozenen. Dat is de kern van partijdemocratie.

In de jaren dertig moest ook worden gewerkt aan het stoppen van oprukkend ultra rechts (nazi’s en fascisten etc.). Samen met middengroepen en middenpartijen gingen de sociaaldemocraten de strijd aan.
De SDAP vormde zich in 1938 van een getuigenispartij in een volkspartij, waarin de lage- en de middenklasse samen gingen.

Naast kwaliteit en verantwoording wonnen de formele kanten van zowel de parlementaire democratie en rechtsstaat als interne partijdemocratie aan belang. Meer visies moesten samen kunnen gaan.
Democratie werd een zelfstandige waarde naast de sociale agenda.
In 1938 was de waarde van de democratie overduidelijk.

Drees en de SDAP

Na de Tweede Wereldoorlog werd de PvdA opgericht.
Drees sprak over meer stromingen die met elkaar een grote rivier vormen. Om het samengaan van de stromingen te faciliteren werd een formele (proces)democratie vastgesteld. Men moest uit de meanderende stromen een hoofdstroom kunnen bepalen.
Maar democratie is meer dan een statutair vastgelegde opsomming van reeksen beslismomenten. De waarde van democratie bestaat naast de rechtsstatelijkheidselementen ook uit de praktische organisatie van vertrouwen, vertegenwoordiging, ontmoeting en gesprek.

SDAP/PvdA  hebben al voor de tweede wereldoorlog de kwetsbare waarde van democratie in de maatschappij proberen vast te leggen. Aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam werden leerstoelen voor het staatsrecht (m.b.t. de rechtsstaat) ingesteld en na de tweede wereldoorlog een faculteit voor politicologie. Het waren dappere pogingen van de Amsterdamse gemeenteraad om democratische waarden en verworvenheden ook via wetenschapsbeoefening te consolideren.
Rationaliteit van de wetenschap werd ingezet voor het onderhoud van rechtsstatelijkheid en een levende democratie. Waanbeelden en dogma’s van getuigenispartijen moesten daarom worden bestreden.

Democratisch gehalte partij neemt al tien jaar af

In de artikelen in deze nieuwsbrief over (feitenrelaas en interview) zien we hoe snel in de afgelopen tien jaar het democratisch gehalte van de PvdA is afgenomen.
In 2005 is geprobeerd het vastlopen van de interne partijdemocratie van de PvdA weer in beweging te krijgen door een heuse commissie in te stellen. Met het rapport van de Commissie Noten was het startschot voor het weer tot leven wekken van de partijdemocratie gelost. Althans dat bedoelde het partijcongres te bereiken. Het tegendeel gebeurde.

De door het partijcongres vastgestelde nood aan der verbetering van de partijdemocratie werd in de bestuurlijke uitvoering ontkend en tegengewerkt.  De ingezette verloedering van de partijdemocratie kon ongehinderd doorgaan. De verloedering was echter na Noten geen onontkoombare en natuurlijke ontwikkeling meer. Het was geen toevallige onweersbui die over de PvdA los barstte.
Het rapport Noten was algemeen bekende kost. De neergang van de partijdemocratie werd vanaf het verschijnen van het rapport bewust gedoogd en in de dagelijkse bestuurspraktijk zelfs gestimuleerd.
De nomenklatoera stopte deze voortschrijdende autocratisering niet.

Toch waren de trage beelden niet zo traag dat zij niet opvielen. Voor later is dat hopelijk voer voor politicologen en staatsrechtgeleerden aan de Universiteit van Amsterdam. De wetenschappers kunnen dat achteraf allemaal aan het licht brengen. Misschien mosterd na hun maaltijd, maar beter laat dan nooit.

Een getuigenispartij blijft over!

De in gang gezette neergang van de PvdA als drager en huis van sociaaldemocraten werd in de definitieve ondergang tijdens een partijcongres op 21 juni 2025 in een sporthal te Nieuwegein bezegeld. Daar werd het gesprek over de beslissing om de PvdA  op te heffen verstoord en openlijk gesaboteerd. Het verliep aanvankelijk ontspannen, er werden veel gratis broodjes rond gedeeld. Maar dat was de schone schijn.
De orde in de zaal werd door aanwezigen openlijk verstoord. Verontruste partijleden kregen van de dagvoorzitter nauwelijks de gelegenheid om ongestoord hun verhaal te houden. Tegenstanders konden sprekers uitjoelen, intimideren en uitschelden. Het congrespresidium kreeg ook van het partijbestuur volop de gelegenheid om partijleden het woord te bekorten en te ontnemen.
Uiteindelijk ontregelde de nomenklatoera het congres door een bom te laten ontploffen. Die  bom was het Israël-probleem.
In het kort: Op menige partijbijeenkomst kwamen links- of rechtsom de scherpe en bittere tegenstellingen op dit punt naar boven. Een tegenstelling die het partijbestuur almaar verzuimd had bespreekbaar te maken. In een functionerende partijdemocratie was dat vanzelfsprekend al lang gebeurd. Het failliet van de partijdemocratie was ook in de Israël-kwestie gebleken. Er ontstonden gemakkelijk te exploiteren tegenstellingen, waar de nomenklatoera gretig gebruik van maakte.
Elk nadeel heeft zijn voordeel. Zonder inhoudelijk voorbereiding, die bij een dergelijke tegenstelling past, voegde het partijbestuur de explosieve kwestie op het opheffingscongres aan de agenda toe.
En ja hoor, de bom kwam tot ontploffing en de chaos was uiteraard compleet. Het opheffingscongres was ontregeld.

Aanstichter van de chaos was Tweede Kamer-lid Kati Piri. Piri verscherpte op het PvdA congres de de interne PvdA – controverse over Israël/Gaza. In plaats van deze samen met het PvdA-bestuur in goede banen te leiden gooide Piri de Israël-controverse de vloer op. Daarmee was de aandacht van de samenwerking met GL afgeleid. Piri werd op de congresvloer gesteund door een opvallend stilzwijgen van PvdA verenigingsvoorzitter Sent. Niet verwonderlijk: Piri maakt deel uit van de “bende van zes” (zo genoemd in het boek van Van de Ven: Een links verhaal). De bende dient als informele stuurgroep van het fusieproces van PvdA en Groen Links, bijvoorbeeld om te “beslissen” over het lijsttrekkerschap van de gezamenlijke lijst. Bendeleden voor de PvdA zijn partijvoorzitter Sent en kamerlid Piri.

Wanbestuur, maar met opzet. De ontregeling diende immers het hogere doel: radicalen konden na honderd jaar de macht weer over nemen en de parlementaire relevantie beëindigen.
Einde sociaaldemocratie in de PvdA.

De PvdA als volkspartij kwam daar aan zijn einde. Een getuigenispartij bleef over.
In een getuigenispartij staat de omhelsde dogmatiek buiten kijf. Om de ware leer te handhaven is top-down handelen geboden, want het dogma gaat boven alles. De schijn van partijdemocratie hoeft dan niet eens meer te worden opgehouden.
Vaarwel meerstromenland van Drees.
Vaarwel sociaaldemocraten die zich tegen het fascisme verenigden.
Vaarwel partijdemocratie in de PvdA in liquidatie.
De PvdA bleek op 21 juni 2025 nu ook openlijk antidemocratisch te zijn. Honderd jaar strijd tegen het automatisme van de ijzeren wet van Michels is daarmee verloren gegaan.
De  autocratie is gevestigd en voor sociaaldemocraten is in de PvdA geen plaats meer.

Geert Eggink

Laat een antwoord achter