Auteur: Tom van der Meer. Uitg.: Querido Facto 2024
Het is vakantietijd, dat betekent voor velen van ons dat we meer tijd hebben om interessante lectuur of literatuur te lezen. Een paar aanraders:
- De Stad: Het verhaal van Amsterdam van 1980 tot vandaag. Auteur Marcel van Engelen schreef het vooral, maar zeker niet alleen, voor Amsterdammers, die geïnteresseerd zijn in Amsterdams wedervaren met, goede feitelijke bronnen. Je leert heel Amsterdam kennen.
- De maan en het vuur: Cesare Pavese. Prachtige, korte roman, je verkeert geheel in Italiaanse sfeer, aangrijpend geschreven in strakke mooie taal.
- En tenslotte het hier besproken Waardenloze Politiek, let op de n in de titel!
Van der Meer stelt dat het populisme de eigen schuld is van de middenpartijen
Samenwerking tussen middenpartijen heeft hun eigenheid verbleekt
In dit laatste boek met de prettig provocerende titel, wordt “de kachel aangemaakt” met alle zogenaamde middenpartijen, waaronder de auteur ook Groen Links en de Partij van de Arbeid schaart. De laatste decennia zijn veel partijen te gemakkelijk met elkaar gaan samenwerken en hebben daarmee “hun eigen kleur” (op zijn minst) doen verbleken.
Doordat de middenpartijen onderling nauwelijks meer stevige politieke conflicten met elkaar uitvochten, hebben ze de “flanken” in het politieke spectrum alle ruimte gegeven.
Van der Meer constateert dat de democratie inmiddels klem zit tussen technocratie en populisme. Hij onderbouwt zijn verhaal, zeer gedegen, aan de hand van voorbeelden uit met name de laatste 15 jaar. Het geeft veel stof ter overdenking, zoals: blijft de politiek in de laatste 15 jaar niet te veel en te vaak steken in het verhaal over premiers, poppetjes, peilingen en politieke duiding (vier p’s). Let wel: politici, opiniemakers en opiniepeilers doen allemaal aan dit “spel” mee, en sluiten daarmee het politieke proces af van dieper gaande debatten.
Van der Meer benadrukt juist de noodzaak van dieper gaande conflicten tussen de middenpartijen, omdat daarmee de politieke agenda weer in balans komt. Hij gaat zelfs zover om te stellen, dat als de middenpartijen dat niet doen, het de schuld van de middenpartijen zelf is dat het populisme alle kansen krijgt.
Op eigen kracht
Van der Meer geeft ook de richting aan waarin oplossingen gevonden kunnen worden.
De “middenpartijen” moeten elk op eigen kracht aan de slag om de komende jaren goed onderbouwde politieke keuzemogelijkheden te gaan presenteren. Dat zal de nodige tijd en inspanningen vergen. Daarbij zullen allereerst de “waarden”, die ten grondslag liggen aan politieke keuzes, opgefrist en mogelijk zelfs vernieuwd, maar op zijn minst geactualiseerd moeten worden.
Het boek kent drie delen:
- het verhaal van premiers/poppetjes etc. (zie hierboven) is een eerste, nu veel te dominante laag van het conflict;
- in het tweede deel diept van der Meer het conflict uit tussen politieke keuzes doen en technocratie (puur bestuur);
- het derde deel geeft het belang en de noodzaak aan van de waardenstrijd en is wat uw recensent betreft verreweg het belangrijkste deel. Waarom?
Waarden richten zich op lange(re) termijn, richting principes.
Waarden geven een (verschillende) kleur aan politieke partijen.
Waarden bepalen wel degelijk de kiezer in zijn of haar keuzeproces.
Van der Meer geeft begrijpelijkerwijze geen concrete voorbeelden; dat is, los van zijn analyses, vooral een taak van de politieke partijen zelf.
Als voorzet durf ik aan u wel het volgende voor te leggen:
Progressieve partijen als Groen Links en Partij van de Arbeid kennen een aantal belangrijke identiteitswaarden. Voor de Partij van de Arbeid is dat van oudsher het eerlijk delen van kennis, inkomen en macht. Bij Groen Links zijn dat principiële waarden met betrekking tot vrede/veiligheid en de ecologische transitie (selectieve groei).
Partijleden en electoraat hebben een mening over het leven met die waarden. Het is zinvol (in Amsterdam gaat dat mogelijk via politieke ledentafels) om te “workshoppen” over onze waarden. Zijn onze waarden wel up to date, bijvoorbeeld met betrekking tot:
- een gelijkere behandeling van koop en huur;
- een brede(re) benadering van het migratie- en asielvraagstuk;
- een brede(re) benadering van het overlastvraagstuk, dat vele vormen heeft.
Daarbij zou het bij die ledentafels niet moeten gaan om elkaar te overtuigen van het eigen gelijk, om het maar simpel te formuleren, maar, om het voorbeeld van een gelijkere behandeling van koop en huur te nemen, hoe rechtvaardigen we aan de hand van onze waarden, dat huurders de laatste 10 jaar veel en veel slechter af zijn dan kopers? Waarom is een betaalbare huursector belangrijk, welke groepen moeten daar het meest recht op hebben en op basis van welke waarden kunnen we bepleiten dat de huursector beschermd en uitgebreid moeten worden?
Hoe rechtvaardigen we als progressieven dat de 4 miljoen kopers in ons land, die hun woning bijvoorbeeld al langer dan 10 jaar bezitten, er gemiddeld Euro 20.000,– per jaar op vooruit zijn gegaan? Hoe verdedigen we dat? Welke verdiensten van kopers liggen daaraan ten grondslag? Hoe kunnen kopers weer meer solidair worden met huurders? Met alle respect, maar bij bestaanszekerheid gaat het om veel geringere bedragen, zoals die in de laatste verkiezingsstrijd door vrijwel alle partijen werden benadrukt. Vergeleken met dit soort extreem grote voordelen voor kopers, is dat toch “klein bier”.
Meedoen
Aan de ledentafels moeten we elkaar helpen inventariseren welke waarden belangrijk zijn bij zo’n vraagstuk, met elkaar nagaan welke partijen onze waarden (al dan niet deels) delen en in het verlengde daarvan met elkaar politieke keuzes bedenken. Daarna kunnen onze bestuurders er op landelijk en lokaal niveau mee aan de slag.
In Amsterdam hopen we dat een flink aantal partijgenoten het komend jaar mee wil doen aan deze ledentafels ( 2 of 3), waarbij voorafgaand alle leden een aantal vragen via een ledenpanel voorgelegd krijgen. In het verlengde hiervan dienen we ook kiezers bij ons denken te betrekken. Dat is niet gemakkelijk, maar wel nodig. Creatief meedenken met ons progressieve hart: mooier kunnen we het niet doen, lijkt mij.
Van der Meer stelt, los van wat ik hierboven als concreet voorbeeld heb geschetst, het volgende: “een herwaardering van de rol van de vereniging als bewaker van de kernwaarden kan de dominantie van de politieke top aanvullen. Dat maakt het mogelijk om de strategie in de verkiezingscampagne en de formatie sterker te enten op de ideeën en visies die vanuit de partij zijn ontwikkeld”.
Als trouwe betrokkenen bij het Rode Nest: mooier kan het niet lijkt mij.
Laten we ons vooral realiseren dat de aanpak die Van der Meer bepleit noodzakelijk is om onze democratie te beschermen en te versterken.
De politieke middenpartijen moeten zich realiseren dat zij de afgelopen jaren de politiek waarde(n!) loos, visieloos en alternatiefloos hebben gemaakt, stelt Van der Meer onomfloerst en uiterst scherp vast. Tijd om in beweging te komen. Zijn boek lezen lijkt mij een prima startpunt en gevolgd door politieke ledenenquêtes en ledentafels gaat dat hopelijk leiden tot een stevige politieke “waardenstrijd”.
Louis Genet