Partijbestuur lijkt zich weinig van de leden aan te trekken

De geschiedenis lijkt zich te herhalen

Leden, pottenkijkers,

In 2023 begon het PvdA bestuur met de ontmanteling van de sociaaldemocratische vereniging Partij van de Arbeid. Via enkele formele beslismomenten was de start min of meer gedekt.

Met het aftikken van beslismomenten leek een gedragen democratisch besluitvorming afgerond.

Wat vinden we van een fusie met GroenLinks?

Worden de leden nog om hun mening gevraagd?

 De cynicus vat het zo samen: het PvdA partijbestuur heeft de partij, in autocratische stijl, door wat beslismomenten op rij te zetten, op enkele punten zo goed als gefuseerd met een andere vereniging, GroenLinks. De PvdA is op die fusiepunten alvast opgeheven. De gedachte lijkt dat de rest zonder al teveel discussie als vanzelf zal volgen. Het gaat om fusiepunten als:

–  Verwatering van de stem van het individuele PvdA lid via het stimuleren van dubbellidmaatschappen;

–  Een plots gehouden ledenraadpleging (een referendum) met als impliciete, want demagogische vraag:    Wilt u fuseren of ten onder gaan?

–  Geen sociaaldemocratisch programma dat in samenspraak met de leden is ontstaan, via bijvoorbeeld ledenpanels, bijzondere congressen, politieke ledenraden;

–  Geen  eigen gekozen volksvertegenwoordiging en stem meer in de Tweede Kamer.

De geschiedschrijver kijkt honderd jaar terug en ziet dat in de SDAP destijds een vergelijkbare ontwikkeling plaats vond. In de jaren twintig van de vorige eeuw bevochten binnen de SDAP principiële radicalen en op compromis gerichte parlementairen elkaar heftig. De parlementaire realo’s wonnen en de fundi’s (radicalen, anarchisten, socialisten communisten) verlieten de SDAP.

De gebeurtenissen van nu lijken de uittocht van destijds te restaureren. De erfdragers van de vertrekkende fundi’s zoeken de sociaaldemocratische vereniging weer op en omgekeerd. En dat alles in een nieuw groenrood verband.

In de afgelopen honderd jaar zijn de vraagstukken dan wel veranderd maar de onderliggende spanning tussen fundi’s en realo’s blijft.

Een partijstrijd van honderd jaar geleden kan opnieuw beginnen. Dit conflict is nu gehuld in een fris nieuw jasje. Met deze spanning in gedachten lijkt het vanzelfsprekend dat voor de organisatorische uitbouw van een linkse eenheid (nu nog tussen PvdA en GroenLinks) een open en functionerende interne democratie nodig is. Slechts een sterke interne ledendemocratie kan de toekomstige gesprekken over uiteenlopende visies binnen een groter organisatorisch verband van twee keer veertigduizend leden dragen.

De interne democratie van ontmoeten en gezamenlijk besluiten zal een tweestrijd tussen fundi’s en realo’s moeten kunnen absorberen. Dat laatste lijkt echter democratische toekomstmuziek.

Het PvdA bestuur houdt in eigen huis de deur naar een bloeiende ledendemocratie dicht.

Over het onderwerp ledendemocratie ligt bij de PvdA inmiddels genoeg papier op de plank. Drie rapporten:

In het eerste rapport (Noten, 2013) werd concreet aangegeven hoe in de PvdA ledendemocratie kon verbeteren: “Tussen leden en leiders”.

Daarna deed een rapport van de Werkgroep Ledendemocratie het werk van Noten over.

Vervolgens verscheen het nog steeds richtingloos rondzwervende  rapport  “Zonder ontmoetingsdemocratie geen ledendemocratie” (Van Dijk, juli 2021). Op dat laatste rapport heeft het PvdA bestuur met twee jaar treuzelen, tijdrekken (of moeten wij het saboteren noemen) nog steeds niet gereageerd, noch de conclusies overgenomen. De partijcongressen waren daar de afgelopen keren wel duidelijk over en namen de conclusies wel over.

Wij kunnen ons afvragen wat GroenLinks van de ledendemocratie binnen de PvdA vindt. De vraag is ook: Hoe is het met de ledendemocratie binnen GroenLinks gesteld, gaat het daar net zo als bij de PvdA?

Kortom: Deze dagen vindt de lakmoesproef van de kwaliteit van de ledendemocratie in een nieuw links verband plaats. Waar ligt de ondergrens, stellen wij nog wel een doel? Gaan de twee politieke verenigingen in het najaar 2023 met een reëel georganiseerde en functionerende ledendemocratie hun toekomst in? Of vinden de Haagse burelen van Groen Links – evenals die van de PvdA – deze aanpak van ongestoord door gaan wel fijn, want lekker vlot? En vinden zij een reële ledendemocratie binnen een nieuw links verband ook maar niks, want leden zijn maar stoorzenders en pottenkijkers!

Geert Eggink

 

0 gedachten over “Partijbestuur lijkt zich weinig van de leden aan te trekken

  • Lies Opdam zegt:

    hallo Geert,
    Je betoog leest als een literair pamflet, prachtig.
    Ik deel je boosheid over de teloorgang van de ledendemocratie en heb dan ook veel bewondering voor de vasthoudendheid en en het doorzettingsvermogen van het Rode Nest.
    Maar tegelijkertijd ben ik blij met de lijstverbinding en wat mij betreft toekomstige fusie met Groen Links. Ik ben zelfs dubbellid geworden.
    SP, Partij voor de Dieren en Denk zou ik ook graag zien toetreden tot het nieuwe Verenigd Links.
    Waarom? Alleen al omdat links in Nederland steeds kleiner wordt en rechts vrees ik nu al de meerderheid van de stemmers zal trekken. Rijken worden rijker en armen armer. Een groot links front
    zie ik als de enige manier om hier iets aan te doen. Puur pragmatisme dus.
    Rode groet,
    Lies Opdam

  • Alida van der Veen zegt:

    Dag Geert en alle andere PvdA-leden in het Rode Nest,

    Voor een teleurstellende ervaring kunnen we helaas ook uit de recenter geschiedenis putten van de fusie van PSP, CPN, PPR en EVP tot GroenLinks. Aanvankelijk had Groen Links een progressief socialistisch geluid , doorwrochte partijprogramma’s na uitgebreide amendementenprocedures.

    Maar in 2006 ging het roer om onder regie van Tom van der Lee, de strateeg achter Femke Halsema en medestandster Ineke van Gent (ooit uit de linkse beweging in Groningen, zoals Tom Pitstra). Sociaal-economisch schoof GroenLinks naar het midden, werd bijna de rechtervleugel van D66. Tweede-Kamerlid Tom Pitstra moest vertrekken, toen hij de ‘fractiediscipline’ niet wilde naleven en trouw bleef stemmen volgens de standpunten, die hij ook voor zijn verkiezing innam.

    GroenLinks tooide haar verkiezingsprogramma toen met vrolijke groene en rode pepers. Nu lopen GroenLinks campagnevoerders in groene hesjes en PvdA-collega’s in rode hesjes. Maar het uitdelen van een rode roos is verboden, omdat snijbloemen zwaar milieuvervuilend zouden zijn.

    Het socialistische rood van de PvdA zal snel verwateren. De sociaal-democratie heft zichzelf op.
    Daar lijkt althans nu het partijbestuur met een bestuurlijke bovenlaag in de PvdA voor te zorgen.

    Dit is funest. Nederland zonder sociaal-democratie zal het karakter van een sociale welvaartsstaat verliezen. Waarom houdt het PvdA- bestuur de SP op afstand? Dat ligt toch niet enkel aan de SP?
    De SP profileert zich nu als socialistische partij. De enige socialisten, die in ons land overblijven?

    Vier jaar geleden debatteerde het PvdA congres nog over samenwerking met GL èn de SP.

    Wie bepaalt binnen de PvdA de uiteindelijke partijkoers? Mijn grootste zorg: als ik nu op de PvdA stem, krijgen we dan straks Femke Halsema als Minister van Justitie? Of schat zij de kansen op succes van het GL/PvdA verbond (PvdA als tweede genoemd) komende verkiezingen laag in?

    Had Paul Rosenmöller dit in 1998 voor ogen, toen hij Halsema overhaalde vanuit de PvdA over te stappen naar GroenLinks met het aanbod haar voor GroenLinks tot Tweede-Kamerlid te maken? Was samengaan van PvdA en GroenLinks toen ook al het strategisch doel van beide partij-elites?

    Hopelijk wordt mijn sombere voorspelling niet bewaarheid , maar ik vrees helaas het ergste.
    Kunnen de PvdA-leden het tijd nog keren? Of heeft de laatste arbeider de PvdA echt verlaten?

    Vriendelijke, solidaire groet,
    Alida van der Veen

Laat een antwoord achter