Opinie & debat: Is het mogelijk binnen de PvdA een discussie op gang te brengen en vooral die te continueren?

Het eerste onderwerp dat wordt aangedragen voor discussie gaat over de wet Werk & Inkomen, waarvan al vrij snel na invoering bleek dat hij de positie van flexwerkers niet verbeterde, maar juist verslechterde.

Het zou mooi zijn als ook de direct verantwoordelijken voor deze wet en leden van de vakbond zich in de discussie mengden.

De Wet Werk & Inkomen heeft velen van de PvdA vervreemd!

Een hartenkreet over de – waarschijnlijk onbedoelde uitwerking – van de wet Werk & Inkomen van een zeer betrokken partijgenote.  Het is een gedegen onderbouwd artikel met argumenten waaruit blijkt dat de PvdA de schade die zij zichzelf en de maatschappij in de afgelopen vijf jaar heeft berokkend, nog niet geheel overziet. Dat inzicht moet er zeker komen en dat kan alleen als er meer naar de achterban wordt geluisterd en de beginselen van onze partij daarbij in het oog worden gehouden.

Kan en wil de nieuwe fractie in de Tweede Kamer op deze hartenkreet reageren? Een reactie van een PvdA-FNV-lid zou heel verhelderend kunnen zijn.

Neergang en wederopkomst van de PvdA

De neergang van de partij naar de zevende plaats in grootte heeft ongetwijfeld meerdere oorzaken. Zonder de pretentie de wijsheid in pacht te hebben, meen ik dat de wet Werk en Zekerheid veel (potentiële) PvdA-stemmers en -leden van ons heeft vervreemd.  Grote groepen in de samenleving werden in negatieve zin door deze wet getroffen. In plaats van de positie van flexwerkers te  verbeteren werd die ernstig verslechterd doordat de flexwerker nog maar twee contracten mocht krijgen en ook door de verlenging van de tussenliggende termijn van drie maanden naar een half jaar, een te lange periode om zonder inkomsten met spaargeld te overbruggen. Bovendien vloeiden ervaring en geheugen daardoor uit de instellingen weg.

De goedbedoelde redenering dat de werkgever dan eerder een vast contract zou aanbieden was naïef en niet realistisch. Partijgenoten in het veld hadden de PvdA bewindslieden kunnen vertellen dat dit averechts zou werken. Het is een trend die de laatste jaren vaker voorkomt. Zou  de top van de partij zich niet realiseren dat er veel kennis bij de leden zit? Hebben zij het verband tussen het beleid dat ze de afgelopen jaren hebben uitgevoerd en de terugloop in zeteltal niet kunnen voorzien?

Een groot deel van die flexbanen is een gevolg van overheidsbeleid: privatisering, gebaseerd op marktwerking als effectief en efficiënt mechanisme, waaraan de PvdA, na het afschudden van de ideologische veren, ruimhartig heeft meegedaan. Instellingen krijgen geen subsidie meer als zij goed werk leveren en deugdelijk verantwoorden, maar moeten periodiek meedingen naar geld voor belangrijke activiteiten. Onder het mom “zuinig omgaan met ons  belastinggeld” stelt de overheid voorwaarden, waarvan “zo goedkoop mogelijk” vaak de belangrijkste is. Dat dit ten koste gaat van de werknemers in zo’n bedrijf en de uiteindelijke gebruikers, lijkt daarbij niet relevant. Terwijl opkomen voor de belangen van werknemers juist een van de grondbeginselen van de PvdA is.

De problemen spelen momenteel met name in de zorg en het onderwijs, bij ondersteunende activiteiten en taal- en inburgeringscursussen. Bij instellingen die deze laatste activiteiten aanbieden kunnen geen vaste banen worden aangeboden omdat de financiering steeds weer onzeker is en pas na aanbesteding in een volgende periode wordt binnengehaald. Deze onzekerheid heeft niet alleen de concurrentie verhoogd zonder de kwaliteit te verbeteren, maar heeft gemaakt dat menig fatsoenlijk werkgever failliet ging, zoals ik aan den lijve heb ondervonden en dat was bepaald geen verbetering van de werknemerspositie.

De wet Werk en Inkomen is geen instrument om de positie van flexwerkers re verbeteren, integendeel. Maatschappelijk gewenst werk zou op structurele basis moeten worden gefinancierd als instellingen hebben bewezen kwaliteit te leveren. Ze kunnen dan werknemers in vaste dienst nemen.

Bestaan er ook goede flexcontracten?

Natuurlijk is er een andere kant aan dit probleem, zoals hoge werkgeverslasten, barrières bij ontslag en lange doorbetalingen bij arbeidsuitval, die werkgevers tot flexcontracten nopen.  E.e.a. gaat tevens voorbij aan de wens van werknemers om gemakkelijker van baan te kunnen veranderen. Ook werknemers moeten zich aanpassen aan steeds andere maatschappelijke wenselijkheden en dat vergt het kunnen aangaan van uitdagingen, continue leren en flexibiliteit. Maar dan wel een flexibiliteit waarin flexwerk geen vies woord meer is.

De andere kant van dit verhaal is dat flexwerker in het huidige systeem geen hypotheek kunnen  krijgen en dus meer moeite hebben toekomstplannen te maken. Flexwerk met meer zekerheden en vooral rechten, in plaats van minder, zoals in  de wet Werk en Inkomen, en plichten en voorwaarden voor werkgevers is hard nodig. Daarbij is het aan te bevelen niet terug te grijpen naar vroeger, maar om ons heen te kijken naar hoe dit elders, bijvoorbeeld in Denemarken, wordt aangepakt.

Ik pleit voor een brede, over grenzen kijkende, discussie binnen de partij over een andere, flexibele arbeidsmarkt. Het zou mooi zijn als de vakbonden hun conservatieve stelling verlaten en mee zouden doen. Dat zou niet alleen de PvdA maar ook de vakbeweging meer maatschappelijk relevantie geven.

Sonja Hauet, Amsterdam West

Laat een antwoord achter