Rood-Groene Politiek voor de 21e eeuw: een pact tussen generaties

Wiardi Beckmanstichting 2017, uitgave Van Gennep

Deze keer bespreken we deze uitstekende WBS-bundel, met beschouwingen geeft over waarom, waar en hoe we als sociaal democraten in actie moeten komen om onze wereld leefbaar te houden.
Heleen de Coninck, Menno Hurenkamp, Lieke Melsen en Hans Opschoor hebben de redactie gevoerd van deze bundel, waarin lange termijnvisie en actiegerichtheid met betrekking tot milieubeleid goed en breed worden uitgewerkt.

Sociaaldemocraten kunnen veel doen voor een beter milieubeleid

De Wiardi Beckmanstichting heeft een reputatie hoog te houden met betrekking tot de kwalitatieve onderbouwing van sociaaldemocratische politiek. Publicaties van de hand van Paul Kalma, Frans Becker en Monika Sie spreken boekdelen.
Bij het lezen kreeg ik een rood/groene blos op de wangen. Optimisme en soms wat somberte (anno 2019 heel realistisch!), maar ook strijdvaardigheid zijn de ondertonen van deze bundel.

Voor Uw recensent stonden twee belangrijke vragen centraal:
– Kunnen milieubeleid in brede zin en sociale rechtvaardigheid (dé basiswaarde voor ons als sociaaldemocraten) met elkaar worden verenigd?
– Kunnen wetenschappelijke oplossingen binnen een laatkapitalistische samenleving bijdragen aan een leefbare wereld op langere termijn? Kan dat zonder een door waarden gedreven politiek en hoe kan dat?

Ingewikkelde vragen, met excuus aan U als lezers en aan alle wetenschappers. Ik ben vol lof over deze WBS bundel. Het is voor sociaaldemocratische bestuurders een “must” om deze bundel te lezen. De bundel presenteert tal van oplossingsrichtingen voor veel brede milieuopgaven. Chapeau!

In een korte beschouwing vooraf wordt samengevat wat er te doen is voor rood-groen?
Actief milieubeleid is noodzakelijk, niet alleen sociaal democratisch maar juist heel universeel. Via een stevige kaderstelling kan gedragsverandering en optimisme worden bewerkstelligd. Het aangaan van partnerschappen met maatschappelijke organisaties is daarbij heel belangrijk.
Een politiek noodzakelijke randvoorwaarde is verkleining van inkomens- en vermogensverschillen wereldwijd. Voorkom, met andere woorden, afwentelingsgedrag vanuit de rijke landen naar arme(re) landen en scherp de nationale en internationale milieu- en natuurafspraken aan. Inhoudelijke vernieuwing van onderwijsprogramma’s op alle niveaus is een “ must”. Beprijzing van milieuschade en hulpbronnenuitputting is een belangrijk middel.
En last but not least: Nederland moet van een matige tot slechte leerling van de internationale klas op het gebied van milieubeleid, proberen weer een actieve internationale rol te spelen. Lees verderop in deze Nieuwsbief meer over deze bundel, waarin ik selectief een aantal belangrijke invalshoeken aangeef.

Rood-groene politiek: de sociaaldemocratische fundamenten

In het eerste deel van de bundel wordt ingegaan op hoe onze sociaaldemocratische waarden als bestaanszekerheid, verheffing en internationale solidariteit ingevuld kunnen worden.
Veel milieubewuste mensen maken hun eigen acties, buiten politieke partijen om. Zij vullen hun verantwoordelijkheid voor een leefbare samenleving in door acties in kleinschalig verband of op individueel niveau. Zij zijn (tegen wil en dank misschien) optimistisch en energiek. Menig sociaal democra(a)t(ische) stemmer doet dat ook; het is belangrijk dat wij oog en oor hebben voor deze mensen. Maar menig sociaal democraat verzucht nogal eens: “het milieuvraagstuk is complex” en blijft dan gevangen in systeemvermoeidheid. Dat kan veranderen door goed gedrag van onze politieke bestuurders. Diederik Samson is daar een voorbeeld van.
Sociaaldemocratische bestuurders kunnen motiveren door stevige eisen aan de “markt” te stellen en door zich internationaal sterk te maken voor duurzaamheidsmaatregelen. Een waarschuwing voor ons allen: de wereld verandert en ook voor sociaaldemocraten is er veel werk aan de winkel. Maatregelen moeten eerlijk en naar draagkracht zijn, we moeten wegblijven van het afschuiven van problemen naar armere landen en lagere inkomensgroepen.

We moeten ook geen consumenten plagen, maar wel durven uitdragen dat effectief milieubeleid offers vraagt. Echter, die offers leiden tot een betere kwaliteit van leven voor ons allen, en dit laatste wordt niet of met onvoldoende lef uitgedragen, aldus de schrijvers.

Verdelingsprobleem

Milieubeleid mag niet leiden tot een cultuurstrijd tussen de “ haves” die de extra kosten gemakkelijk kunnen dragen en de “have nots”. Het is dus ook een verdelingsprobleem en niet alleen een cultuurprobleem.
Onze economische structuur moet veranderen en dat kan, met innovaties en met heffingen naar draagkracht. Op deze punten moet de PvdA een voorhoederol durven vervullen. Politieke milieumaatregelen invoeren en uitvoeren vergt politieke stuurmans- en evenwichtskunst, een vak dat vele sociaaldemocraten hebben bewezen onder de knie te hebben. Het gaat er sociaaldemocraten om iedereen in ons collectief belang mee te nemen en richting te geven aan een milieupolitiek die de kwaliteit van ons leven zeker stelt. Kwaliteit van leven wordt niet gegarandeerd door meer materiële consumptie of door een hoger nationaal inkomen.

Sociaaldemocraten moeten zich onderscheiden door engagement en kennis(vermeerdering) te combineren: positief zijn over innovaties, die ons in staat stellen oplossingen te bieden met minder uitputting van grondstoffen en betere materialen. Maar dat is niet genoeg!
De fundamenten onder duurzaamheid voor ons land zijn onder meer: ons bewust zijn dat we een verhoudingsgewijs zeer grote milieudruk veroorzaken, met andere landen uit het Westen zeer behendig zijn in het “verschuiven” van milieukosten naar elders, zodat we die dan niet zelf hoeven te betalen, of nog erger, de milieukosten niet in onze kosten verwerken en die kosten “gratis” te houden, waardoor latere generaties ze op hun bord krijgen.
Beter is het om prikkels tot innovatie in te bouwen, afspraken te maken over verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid voor verkeerd gebruik van grondstoffen en beschermingsmaatregelen (die ook vaak geld kosten) voor belangrijke natuurgoederen in te bouwen. Dat versterkt de fundamenten voor verantwoord milieubeleid. Hans Opschoor geeft meer voorbeelden in zijn artikel en onderbouwt de noodzaak van heffingen op ruimtebeslag, koolstof ( CO2) en verbruik van grondstoffen. Rabbinge en Van Lavensteijn vragen om een ander perspectief bij het nadenken over milieumaatregelen. Welke risico’s willen we als samenleving lopen, welke aanpassingen zijn we bereid te doen? En aan de hand daarvan afwegingen maken.
Voor de geïnteresseerden verwijs ik ook naar hun pakket van handelingsperspectieven: benutten, behouden, behoeden en besparen, al naar gelang het soort van milieuopgave. Denk daarbij aan wereldvoedselvoorziening, energie, natuur, grondstoffen, water en zeespiegelstijging.

Jan Pronk geeft als “oud-international” en minister van milieu een uitstekend historisch overzicht van alle internationale ontwikkelingen en stappen in VN-verband. Hoewel onze milieuproblemen zijn gegroeid maakt zijn artikel zonneklaar duidelijk, dat het aan internationale initiatieven niet heeft ontbroken, maar dat veel landen teveel naar “binnen gericht” zijn. De milieudoelen zijn daardoor niet gehaald. Zijn somberte hierover is meer dan begrijpelijk.

In de bijdrage van Heleen de Coninck wordt de noodzaak van een verdere energietransitie goed onderbouwd. Wel stelt zij heel realistisch dat een aantal tot nu toe bekende wetenschappelijke feiten en aannames niet als absolute waarheid mogen worden gehanteerd. Dat is logisch omdat er aan de wetenschap geen absolute zekerheden mogen worden toegekend. Er is sprake van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. Wetenschappers gaan door met het ontwikkelen van betere oplossingen. Positief is ook dat zij vaststelt dat Europa de Kyotodoelstellingen wél heeft gehaald. Echter, dit is niet genoeg. De opwarming van de aarde gaat nog steeds door.
Voor degenen die zich verder willen verdiepen in de thematiek van het wereldwijde watervraagstuk, de aanpak van conflictgrondstoffen en de rol van internationale instellingen daarin, bevat de bundel eveneens interessante beschouwingen van onder meer Daniëlle Dam.

De bijdrage over voedselpolitiek van Hans Dagevos geeft een interessante beschouwing over de noodzaak/wens om van aanbodgerichte sturing te kantelen naar vraaggerichte sturing. Alleen vertrouwen op technologische innovaties is onvoldoende, waarbij moet worden opgemerkt dat Dagevos de spectaculaire resultaten, die in de afgelopen decennia zijn bereikt, mijns inziens enigszins tekort doet. Zeker als we ons realiseren, dat “dematerialiseren” van onze productie, door met minder grondstoffen, kwalitatief betere producten te maken, sterk in ontwikkeling is.

Milieuverbetering en werkgelegenheid gaan wel samen

Tot slot: Over wat we aan voedsel consumeren (slechts 11% van ons gemiddeld beschikbaar inkomen) worden de verwachte veranderingen goed in beeld gebracht. Zolang de schaalvergroting via supermarkten blijft doorzetten, blijft het de vraag, in hoeverre wij als consument ons gedrag ingrijpend kunnen veranderen, de goede trendsetters daargelaten.

Een groener industriebeleid lijkt vooralsnog meer kansen te bieden en het is verrassend om ons te realiseren dat veranderingen in de industrie snel gaan. Een goed voorbeeld is de zonnecelindustrie in de Verenigde Staten. Daar werken inmiddels driemaal zoveel mensen aan zonne-energieproducten dan in de kolenindustrie! Maar de strijd voor veranderingen in het industriebeleid is niet eenvoudig. Innovaties kunnen worden belemmerd door de verwevenheid met bestaande belangen. Het subsidiebeleid van overheden kan en moet scherper dan tot nu toe op dit front!

Voor onze bestuurders is de bijdrage over hoe je het beste aan milieubeprijzing kunt doen heel nuttig en leerzaam. Leuk aspect: in het heffen van groene belastingen is Nederland één van de koplopers. En de effectiviteit van belastinginstrumenten is groot, vergeleken met andere overheidsinstrumenten.

Ook met betrekking tot gedragsverandering is het nuttig naar effectiviteit van instrumenten te kijken. Een goed voorbeeld hiervan is dat hogere inkomensgroepen in staat worden gesteld een “recht” te kopen, zodat ze het morele kompas niet hoeven te volgen.

Goede informatievoorziening helpt overigens meer dan we wel eens denken, zeker als er offers gevraagd (moeten) worden. Een goede terugkoppeling naar “betalers” is dan heel belangrijk.

Als het gaat om de internationale aanpak van milieuproblemen, dan is het allereerst erg problematisch dat wetenschappelijke gegevens in het huidige maatschappelijke klimaat onder vuur worden genomen, of erger, worden ontkend.
Voor met name progressieve mensen die weliswaar ook kritisch zijn bij het beoordelen van de wetenschappelijke resultaten, maar terecht ook veel vertrouwen hebben in de wetenschap, is dit een wrange ontwikkeling.
Het maakt de sturing op oplossingen voor milieumaatregelen ook voor overheden zeer problematisch. Daar is vooralsnog geen oplossing voor. Dat betekent op zoek gaan naar de waarden die aan het onderzoek ten grondslag liggen en daarvoor strijden.

Een fijne bundel die is te gebruiken als roodgroene “ bijbel”. Lezen en overdenken. Met dank aan de WBS en haar scribenten. Maar ook voer voor Frans Timmermans en Diederik Samson bij hun Europese opgave.

Louis Genet

Laat een antwoord achter