Boekje biedt houvast voor koers progressieve partijen

Gluren bij de buren:

Das andere Ende der Geschichte van Philipp Ther. Edition Suhrkamp 2019

Dit boekje van Philipp Ther geeft een aantal prima handvatten voor toon en kleur van een door de PvdA  in het najaar vast te stellen verkiezingsprogramma. Ther beschrijft als historicus in kort bestek enige relevante en inmiddels historische feiten zoals die in de Verenigde Staten, Italië en Duitsland hebben plaatsgevonden. Daarbij worden gedeelde patronen zichtbaar, waar progressieven en zeker ook de sociaaldemocraten conclusies uit kunnen trekken voor aanpassingen en aanscherpingen van hun koers.

Kapitalisme heeft weg geëffend voor populisme en nationalisme

Sociaaldemocraten en progressieven moeten weer hun eigen koers bepalen

De leermeester van Ther is Karl Polanyi. Polanyi bestudeerde in zijn werk de dialectiek (een dubbele pendelbeweging) van de vrije markt versus de behoefte aan bescherming en zekerheid in onze samenleving. Polanyi heeft de Eerste en Tweede Wereld Oorlog heel bewust meegemaakt en zag de oorzaken van deze oorlogen en de samenhang met het “laissez faire” kapitalisme in de periode na 1900.

De jaren dertig zijn jaren van instabiliteit, van het uiteenvallen van sociale gemeenschappen en de door hen gekoesterde waarden. Als reactie op de jaren 30 en de daarop volgende Tweede Wereldoorlog, is de pendelbeweging gegaan in de richting van de verzorgingsstaat  (m.n. in West Europa) en werd het uitbundige kapitalisme getemd; mede om de financiering van de Verzorgingstaat mogelijk te maken!

Maar na 1980 is het tij, zoals we weten, gekeerd. De vrije markt kreeg weer alle kansen, deels om een aantal heel begrijpelijke economische redenen zoals saneren van schuldenlanden en opbouw van economieën in Oost Europese landen. Echter, vraagt Ther zich af, is hiermee niet teveel ruimte geboden aan een “uitbraak” van het wilde kapitalisme? En heeft dat niet een vruchtbare voedingsbodem geschapen voor populisme en nationalisme?

Waarom hebben sociaaldemocraten, daar waar ze konden meeregeren, te braaf meegedaan aan een strikte bezuinigingspolitiek? Of was het toch verstandig een sobere begrotingspolitiek te blijven voeren, zoals we gewend waren? Prikkelende vragen.

 

De ontwikkelingen in de VS in de periode 1980-2019

Vanaf 1980 was de overheid het probleem (Reagan, Thatcher). De overheid moest kleiner, derhalve strikt bezuinigen, liberaliseren, privatiseren en dereguleren. M.a.w. alle ruimte voor het vrije, wilde kapitalisme. In eerste instantie natuurlijk bedoeld om investeringen en economisch herstel te bevorderen, maar door het loslaten van de regels en de rol van de staat, heeft dit geresulteerd in sterk groeiende vermogens- en inkomensverschillen. Democratische processen in kwetsbare landen kregen nauwelijks de kans zich te ontwikkelen. Nog veel erger: oligarchen kregen alle ruimte. Westerse, vooral Amerikaanse en Engelse banken faciliteerden privatiseringen maar al te graag en hebben er veel geld aan verdiend.

De staat en economie werden ontvlochten, zonder een waardenstellende overheid en deels op basis van naïeve probleemstellingen en goede bedoelingen. Immers het westerse, kapitalistische model was het enige stelsel dat werkte.

Een tweede bekende ontwikkeling is geweest dat vanuit de VS en deels vanuit Europa veel productieprocessen zijn verschoven naar lage lonen landen in Azië (globalisering).  Dat betekende veel verlies van vertrouwde werkgelegenheid voor midden- en lager geschoolden in de westerse landen.

Met name dit proces en de sterk gegroeide ongelijkheden zijn, aldus Ther, een perfecte, vruchtbare bodem voor rechtsnationalisten en populisten geworden. Daar waar de Europeanen hard werkten aan een sterke verzorgingsstaat, waarin sociale behoeften belangrijker werden gevonden dan optimalisering van de winsten, was dit voor de (rechtse)  Amerikanen een linkse gruwel. Zelfs ten tijde van Clinton en later Obama is door sterke tegenstand van de Republikeinen geen goede basisgezondheidsverzekering mogelijk gebleken. Teleurgestelde mensen zijn een makkelijke prooi voor ultra rechts geworden. De enorme productieverschuivingen vanuit het westen naar m.n. Azië ten tijde van Bush en Clinton, hebben de Democraten er niet toe gebracht compensatie te bieden aan mensen die hun banen verloren hadden. Op dit punt heeft progressief het laten afweten, te veel op alleen de markt vertrouwd, voornamelijk de middengroepen en -inkomens bedienend om electoraal te kunnen meedoen.

Conclusie van Ther is: de conservatieve presidenten Reagan, Bush en Thatcher hebben de vermogensongelijkheid sterk bevorderd en oligarchen alle ruimte gegeven. De progressieve presidenten Clinton, Blair en deels ook Obama hebben zich teveel op alleen de middeninkomens en -groepen gericht en hebben hun oor teveel naar de financiële markten laten hangen. Willen progressieven weer effectief aan de macht komen, dan zullen zij de agenda ingrijpend moeten veranderen.

 

De ontwikkelingen in Duitsland in de periode 1980-2019

Vanzelfsprekend is de val van De Muur voor Duitsland heel bepalend geweest.

De hereniging van Oost en West bracht enorme financiële inspanningen met zich mee, wat begin jaren negentig leidde tot de conclusie dat Duitsland zelfs “de zieke man van Europa” zou zijn geworden. Er was sprake van een grote “eenheidscrisis”, zo verwoordt Ther het. Daarbij kreeg Oost Duitsland de schuld van de problemen, maar dat is deels onterecht. In Duitsland probeerde men de 5 voormalig Oost Duitse “ Länder” te modelleren naar West Duits model. Immers, het socialisme had verloren en het kapitalisme gewonnen. De in Duitsland ontwikkelde aanpak laat zich volgens Ther goed vatten onder de noemer: “een uitbreiding van West Duitsland” en niet een hereniging van twee gelijkgerechtigde staten.

De liberalisering in de wereldhandel en de privatiseringsaanpak (drie van iedere vier arbeidsplaatsen in Oost Duitsland gingen verloren) hebben er voor gezorgd, dat enkele miljoenen Oost Duitsers naar West Duitsland vertrokken en dat relatief kwetsbare groepen (weliswaar met een mooie West Duitse sociale paraplu) zijn achtergebleven. Mede hierin ziet Ther de verklaring voor de gegroeide voedingsbodem voor extreem rechts in Duitsland ( AfD).

Nuttig voor een bredere Europese discussie is, dat Duitsland door deze hereniging ook regio’s kent met grote achterstanden.

Achtergebleven regio’s transformeren naar sterke(re) regio’s vergt specifiek beleid, want generiek beleid maakt die landen en regio’s sterker, die al sterk zijn.  Zwakkere regio’s komen dan op grotere achterstand te staan. Hiermee komen herverdelingsvraagstukken binnen Europa prominent in beeld en wordt erkenning van zwakkere groepen mogelijk.  Daarmee kan de extreem rechtse voedingsbodem worden verkleind, aldus Ther.

 

De ontwikkelingen in Italië in de periode 1980-2019

Heel bepalend voor Italië, als ik Thers hoofdstuk hierover kort samenvat,  is de rol van Berlusconi c.s. en het onvermogen om de zwakke economische groei in het Zuiden van Italië op te krikken.

Begin jaren ’80 behoorde Italië nog tot de economische voorhoede. Fiat, Olivetti zijn bekende namen van trendsettende bedrijven geweest. Italië deed het in die jaren economisch beter dan Engeland en Duitsland. Olivetti is ten onder gegaan omdat ze te weinig innoverend waren en ook hier is een parallel  te zien met de verplaatsing van productieprocessen naar Azië. Privatiseringen hebben de Italiaanse economie evenmin geholpen. Bedrijven zijn opgeslokt in schaalvergrotingsprocessen.

De rol van Berlusconi en Forza Italia is economisch waardeloos geweest. Hervormingen zijn uitgesteld en vervangen door mediamacht. Het door Berlusconi opgezette mediaspektakel heeft verdovende en versluierende effecten gehad op het brede publiek en dus het electoraat (Lang leve het populisme?)

Als “goedmakertje” kijkt de gemiddelde Italiaan inmiddels 3,5 uur per dag TV!

Sociaaldemocraten onder leiding van Renzi hebben in de jaren na Berlusconi een middenkoers proberen te ontwikkelen en hervormingen in gang gezet. Maar de Brusselse 3% begrotingsnorm, het trage verloop en effect van de hervormingen en het zichzelf overschatten met betrekking tot een ingrijpende constitutionele hervorming, hebben Renzi  en de sociaaldemocraten de das omgedaan.

Het echte Italiaanse onvermogen schuilt echter in de zwakte om, ondanks forse economische miljardensteun voor het Zuiden, nauwelijks gezonde resultaten voor de versterking van de zuidelijke economie te bereiken. Effectief regionaal beleid wordt  derhalve node gemist. Dit is moeilijk en vergt een stevige Europese impuls met solidariteitsgelden.

 

De ontwikkelingen in Rusland en Turkije tussen 1980 en 2019

Het interessante van dit hoofdstuk is dat het handvatten geeft voor een buitenlandparagraaf voor zowel de EU als nationaal.

In 1980 was er een militaire coup in Turkije Hoewel de militairen op sommige punten wel een “wit voetje” haalden bij de bevolking, werd een flink aantal  links intellectuele Turken, Koerden etc. gevangen genomen. De EU  en met name Duitsland, Helmut Schmidt, reageerde met een visumplicht, die haaks stond op eerdere toenaderingspogingen en eerdere afspraken. Begrijpelijk vanuit Duitsland en Europa, maar niet bevorderlijk voor een betere verhouding met Turkije.

In 2016 was er een nieuwe coup of tegencoup, die mislukte, waarna Erdogan aan de macht bleef, maar het democratische proces in Turkije heeft daar veel schade van ondervonden.

Om binnenlandse politieke redenen wijst Erdogan ons westerse moderniseringsmodel af.

De relatie met Rusland is in eerste instantie, direct na de val van de Muur, verbeterd, maar in de periode Poetin c.s. verder ingrijpend verslechterd. Annexatie van de Krim, de oorlog in de Oekraïne, de uitbreiding van de NAVO met enkele voormalige Oostbloklanden enz. Ook Rusland zet zich volgens Ther om binnenlandse politieke redenen af tegen het westers moderniseringsmodel. De steun aan oligarchen (vrienden van Poetin) is in Rusland  een verhaal apart.

 

Waarom is het boekje inspirerend voor ons nieuw verkiezingsprogramma?

Ten eerste: Ther geeft heel scherp aan, dat een aantal ontwikkelingen in Westerse landen na de val van het communisme een vrijbrief is geworden voor “wild kapitalisme”. Inmiddels lijkt er een correctie op gang te komen, maar die zal door sociaaldemocraten en andere progressieve partijen aangejaagd moeten blijven worden. Een terugval, met alle kans voor populisten en nationalisten, zal leiden tot autocratieën

Ten tweede: Europa moet weer op eigen kracht, eigen idealen gaan vertrouwen. Inmiddels ook noodgedwongen, omdat ontwikkelingen in China, Rusland én de VS ons terecht steeds grotere zorgen baren.

Ten derde: sociaaldemocraten moeten met dubbele kracht doorgaan de internationale rechtsorde te versterken. Cyberoorlogen, handelsoorlogen, protectionisme: we willen in onze internationale instituten als de VN, WHO en WTO werken aan nieuwe internationale samenwerking. Europa moet expliciet partij kiezen en zo nodig op het gebied van handelsoorlogen de Amerikanen niet steunen en het debat in de internationale instituties op scherp zetten ook m.b.t. mededingingspolitiek.

Ten vierde: het is tijd om extra inspanningen te faciliteren, die de kennis van verschillende economische, sociale en culturele dimensies van andere landen vergroten. Maatschappijleer en maatschappijkennis van het westen zelf maar ook van andere culturen en werelddelen moeten een groter aandeel in het basiskennispakket krijgen. Er is meer dan alleen kapitalisme en liberalisme.

Ten vijfde erkennen en begrijpen sociaaldemocraten heel goed dat andere landen niet naar de “pijpen van het Westen” willen dansen. Intrinsieke belangstelling voor anderen betekent ruimte nemen en geven voor andere opvattingen, die hopelijk ook onze eigen westerse waarden verrijken.

 

Het zijn bovenstaande vijf “ tonen of kleuren” die straks heel herkenbaar in ons verkiezingsprogramma verwoord moeten gaan worden. Het is tijd om heel veel kleur te bekennen met betrekking tot de richting van onze toekomst.

Het gaat niet goed, niet met het klimaatbeleid, maar ook niet met betrekking tot internationale samenwerking. Populisme, nationalisme en autocratie liggen op de loer!

We moeten ons waakzaam en strijdvaardig opstellen.

 

Louis Genet

 

 

Laat een antwoord achter