Partij klimt uit het dal

Om weer een echte ledenpartij te worden moeten afdelingen worden geactiveerd

Het laatste congres van de Partij van de Arbeid van 7 maart j.l. gaf de deelnemers weer wat hoop op herstel van de partij. Het van de agenda nemen van het voornemen van het Partijbestuur om jaarlijks slechts één Politieke Ledenraad te houden en daarvan een vrolijk Toekomstlab te maken, wekte de indruk dat de bezwaren van veel leden hiertegen ernstig zijn genomen. Nelleke Vedelaar sprak er met geen woord over tijdens dit congres. Mogen we na uitstel hopen op afstel?

Lodewijk stelt zich herkiesbaar
Nieuwe debatvormen betekent ook meer discussie tussen leden en volksvertegenwoordigers

De partij lijkt de voortrekkersrol ook weer op te pakken. In een klinkende toespraak vertelde de voorzitter dat ze de ochtend in Nieuwegein was begonnen met een ontbijt met alle nieuwe leden die zich hiervoor hadden opgegeven. Het is verheugend te bemerken dat het ledental weer flink groeit en dat de hoop op een sterkere rol voor de PvdA in de Tweede Kamer navenant toeneemt.
Ook Lodewijk Asscher liet zich hierover positief uit in zijn speech aan het einde van de dag. Hij werd meerdere malen onderbroken door applaus van de zaal. Ook hij constateerde dat de partij weer uit het dal aan het klimmen is. Hij stelde zich vervolgens herkiesbaar als partijleider bij de Tweede Kamerverkiezingen van volgend jaar. Uit het langdurige en luide applaus werd duidelijk dat dit met groot enthousiasme werd ontvangen.

Discussie over ledendemocratie en ontmoetingsdemocratie focust op drie punten
Tijdens het middagprogramma werd in de workshop over ledendemocratie gediscussieerd over ontmoetingsdemocratie en nieuwe vormen van ontmoeting voor leden, maar ook over gesprekken tussen leden en volksvertegenwoordigers. Daarnaast stond de vraag op de agenda hoe je niet-leden welkom zou moeten heten.
Ontmoetingsdemocratie is het nieuwe woord uit het evaluatierapport van de Werkgroep Ledendemocratie. Destijds is er een resolutie Ledendemocratie door het congres aangenomen, maar sindsdien is weinig voortgang geboekt.
Het Rode Nest heeft de afgelopen drie, vier jaar gewerkt aan de wederopkomst van het begrip ledendemocratie van onderop en er voortdurend bij het partijbestuur op aangedrongen hier serieus werk van te maken. Het is pas het afgelopen jaar door het partijbestuur opgepakt. Er is weer een nieuwe werkgroep Ledendemocratie ingesteld. De Verenigingsraad is uit zichzelf actief met ledendemocratie aan de slag gegaan en het onderwerp is op de middag-agenda van het laatste congres gezet. De discussie werd daar in drie groepen opgedeeld, namelijk Ontmoetingsdemocratie; Digitale ondersteuning en online activiteiten; en Communicatie.
Overkoepelende vraag die bij de drie onderwerpen was neergelegd luidde: Wat wilt u het Presidium hierover meegeven?
De vragen die tijdens de workshop over ledendemocratie die ter discussie op tafel werden gelegd zijn de volgende:
1. Er moeten nieuwe vormen worden bedacht waar leden elkaar kunnen ontmoeten.
2. De volksvertegenwoordigers moeten regelmatig met de leden in gesprek.
3. Niet-leden en partners zijn welkom, maar hebben geen inspraak. Hoe doen we dat?
Voordat aan de beantwoording van deze vragen kon worden toegekomen, was het nodig voor vele deelnemers eerst stoom af te blazen. Er werd daarbij teruggekeken op een aantal mislukte initiatieven, zoals de actiecentra, die zijn opgeheven. Ook zijn veel afdelingen door een lange periode van inactiviteit ingezakt of in zichzelf gekeerd en lokaal georiënteerd. Vroeger had je regiocoördinatoren die afdelingen stimuleerden. Ook die zijn afgeschaft. Geroemd werden de vroegere open en laagdrempelige bijeenkomsten die door Tom Pauka werden georganiseerd. Daar is destijds veel vernieuwing uit voortgekomen. Er wordt met weemoed aan teruggedacht. Ook wordt teruggedacht aan de acties die samen met andere organisaties en de vakbonden werden gehouden. Dat gaf een gevoel van samenhorigheid en verbondenheid als linkse familie.

Discussie met Kamerleden

Maar er zijn ook veel ideeën en initiatieven om ledendemocratie nieuw leven in te blazen. Ervan uitgaande dat je lid bent geworden van een politieke partij om een vinger in de pap te hebben, om mee richting te geven aan de politieke lijn van de partij, kun je nieuwe ontmoetingsvormen bedenken. De aanwezigheid van de politieke leider en alle Kamer- en EP-leden is daarbij essentieel. Het organiseren van bijeenkomsten en contactmogelijkheden wordt zeer belangrijk gevonden. Gedacht wordt aan het laten terugkomen van Politieke Ledenraden meerdere malen per jaar voor de ontmoeting tussen leden en volksvertegenwoordigers. Op de laatste ledenraad, c.q. Toekomstlab, stond dat ook al op de agenda, alleen kwam het er door tijdgebrek niet van. Het was als een centraal praatje gepland, maar dat geeft te weinig dialoog en is voor de meeste leden te hoogdrempelig. Het toont echter wel aan dat dit Partijbestuur hier oog voor heeft. Ook wordt gedacht aan het uitnodigen van tegenstanders, de vakbond en mensen uit de praktijk op bijeenkomsten. Daarbij zouden ideeën en initiatieven voor bijeenkomsten meer bij de leden gelegd moeten worden, dus leden laten agenderen, waardoor de actualiteit en betrokkenheid wordt bevorderd. Van diverse kanten wordt gesteld dat het partijbestuur bij de uitvoering van deze initiatieven het voortouw moet nemen. Zij moeten zorgen dat e.e.a. gecoördineerd wordt, zoals dat vroeger gebeurde door de regiocoördinatoren.
Ledenpanels moeten aan fysieke bijeenkomsten gekoppeld zijn. Dat is een must, anders kunnen veel leden niet meedoen. Dat komt o.m. door een beperkte basiskennis of kennis van computergebruik. Ook worden leden onvoldoende begeleid en geïnstrueerd.
Het voorcongres is volgens velen een belangrijk instrument ter voorbereiding van de leden op het congres. Dat zou geen vrijblijvende bijeenkomst mogen zijn. Het gewest moet het voorcongres beter voorbereiden, bijvoorbeeld, door leden te vragen welke onderwerpen en kwesties er aan de orde moeten komen. Het partijbestuur zou dit weer min of meer aan de gewesten moeten opdragen. Nu is er teveel sturing op de inhoud en is het te reactief richting de agenda van het partijbestuur.

Partijbestuur is verantwoordelijk

Op het gebied van de digitale ondersteuning en online activiteiten valt ook het nodige te verbeteren, vonden de aanwezigen. Eén lid van het Partijbestuur zou verantwoordelijk moeten zijn voor de ontwikkeling van ICT die werkt, breed toepasbaar is en duurzaam kan worden ingezet. Niet zoals het nu werkt, of beter gezegd, zoals het nu niet werkt, dat wordt duidelijk gemaakt. Het moet structureel en fundamenteel anders. De commissie Ledendemocratie en Strategie in de Verenigingsraad heeft daar advies over uitgebracht, maar daar nooit enige reactie op gekregen, dit terwijl het Partijbestuur hiervoor wel verantwoordelijk is.
Op het gebied van communicatie zou ook het een en ander verbeterd kunnen worden, vindt men, want het informeren van de leden is een formele taak van het Partijbestuur. De Verenigingsraad bewaakt ook de ledendemocratie namens de leden, het Presidium ziet toe op de statuten en reglementen, maar de eindverantwoordelijkheid ligt bij het Partijbestuur.

Digitale ondersteuning online activiteiten is nu aan de orde

Bij subsessie 3 tijdens het middagprogramma van het Congres stond digitale ondersteuning en online activiteiten als onderwerp centraal. De discussie was levendig. De nadruk bij deze subsessie lag op ledendemocratie lokaal en regionaal: wat wil je op digitaal gebied voor je afdeling of gewest? De partij moet zich nu afvragen hoe ze de digitale ondersteuning lokaal en regionaal wil regelen en dat dan zo snel mogelijk doorvoeren.
Concreet werden genoemd:
• Geld voor opleidingen e.d.
• Ondersteuning hoe je dit kunt opzetten: niet iedere afdeling moet dit zelf hoeven uit te vinden.
De vraag is of er een Platform moet worden opgezet om met leden te brainstormen, discussiëren, enzovoorts. Daarbij moet er een overall visie van de partij komen over het digitale gebied en het inzetten van ICT. Het opzetten van een fundamentele structuur hiervoor is hiervoor noodzakelijk.

Hoe verder?

Er moet een visie komen op welke ICT nodig is. De tijd van proefballonnen is voorbij.
Wat is daarvoor nodig?
1. Er moeten digitale middelen worden ontwikkeld, dan wel geoptimaliseerd.
2. Er is geld nodig voor de ontwikkeling en optimalisatie van ICT, maar ook voor ondersteuning van de afdelingen en gewesten én voor verdere communicatie. Denk daarbij ook aan instructiefilmpjes.

Ook moet er een fundamentele structuur hiervoor worden opgezet met gescheiden verantwoordelijkheden:
• Partijbestuur: formeel verantwoordelijk
• Presidium: m.b.t. statuten en reglementen
• Verenigingsraad: inhoudelijk.

Het plan om het Presidium een leidende rol te geven in de verdere ontwikkeling van de ledendemocratie, werd afgewezen.

Dick Kalkman en Hans Aertsen

Laat een antwoord achter